Gekozen fotoCollectie: Wilhelminakanaal
Locatie: Eindhovense Dijk
Uitgever: Fa H. de Croon van Heerbeek, Oirschot
Inventarisnummer: jvb0321

De aanleg van het Wilhelminakanaal was een initiatief van de gemeente Tilburg, dat het belang van een waterweg inzag voor de textielindustrie. De gemeenteraad van Tilburg besluit op 24 maart 1873 maximaal
f 160.000 beschikbaar te stellen voor het maken, het beheren en het onderhouden van een scheepvaartkanaal van Erp naar Tilburg, op voorwaarde dat Provincie en Rijk ieder een derde deel bijdragen in de aanlegkosten.
Na enkele jaren van afwegingen van belangen en de financiële gevolgen voor de aangrenzende gemeenten komt de 'Provinciale Hoofd-ingenieur van den Waterstaat' in juni 1876 met een ontwerp van een scheepvaartkanaal van Eindhoven naar Tilburg. Dit kanaal loopt dan van het Eindhovens Kanaal bij Geldrop, via Zesgehuchten, Stratum, Aalst, Gestel, Zeelst, Oerle, Oirschot, Oost- West- en Middelbeers, Diessen en Hilvarenbeek naar Tilburg. Omdat de betrokken gemeenten de bijna f 750.000 niet kunnen of willen opbrengen, gaat dit voorstel niet door.
In november 1878, besluiten de Staten van Noord-Brabant f 1.000.000 subsidie te verlenen voor een kanaal van de Maas bij Venlo, via Beringen en Nederweert en van de Zuid-Willemsvaart beneden Helmond, via Aarle-Rixtel, Lieshout, Breugel, Son, Best, Oirschot, Tilburg, Dongen, Oosterhout, Terheijden, Zevenbergschenhoek naar de Moerdijk, met een zijtak naar Breda.
Tegen het einde van de eeuwwisseling komen De Staten van Noord-Brabant tot overeenstemming met het Rijk dat de laatste een kanaal zal aanleggen en onderhouden. Het gaat dan om "een scheepvaartkanaal met groot profiel ter verbinding van de Zuid-Willemsvaart en de rivier de Mark onderling en met de rivier de Amer, met een ombuiging naar Dongen". De Provincie stelt f 1.000.000 beschikbaar en staat garant voor de bijdragen van de door de gemeenten toegezegde bedragen met een totaal van f 707.000. De gemeenten tenslotte staan de benodigde gronden kosteloos af.
In 1912 heeft de gemeente Oirschot zijn grondzaken rond en wordt de overdracht van de gronden in het raadsbesluit van 22 juni geregeld. In 1920 verzoeken een aantal grondeigenaren de geplande boogbrug naar de Eindhovensedijk te verplaatsen naar de Kanaalstraat en op 7 februari 1923 wordt door de gemeenteraad van Oirschot het havengeld vastgesteld. Rijkswaterstaat verleent in 1923 vergunning aan Erven & Co en Teurlincx Meijers voor het vervoeren van hout door het Wilhelminakanaal. Het eerste schip dat de Oirschotse haven aandeed was geladen met bomen voor Teurlincx Meijers.


Terug naar boven